Trefwoord |
Omschrijving |
Gerelateerde thema's |
T-helperlymfocyten (Th) | Witte bloedcellen die verantwoordelijk zijn voor een belangrijk deel van de afweer. Zij kunnen vreemde eiwitten herkennen en daar vervolgens op reageren door een specifiek patroon aan cytokinen te produceren. Th2-lymfocyten maken onder andere IL-4 en IL-5 | Astma, COPD |
T3 | trijodothyronine | Hypofyseziekten |
T4 | thyroxine
| Hypofyseziekten |
Tactiel | Betreffende de tastzin of het tastgevoel. | Schizofrenie |
tactiele stimuli | stimulatie door aanraken | |
Talgcyste | Kleine in de huid gevuld met talg, vaak voorzien van een stevig kapsel, die in de huid voelbaar is als een enkele millimeters (soms meer dan een centimeter) grote, zachte knobbel. | |
Talgklieren | Kliertjes die in de lederhuid (de huidlaag vlak onder de opperhuid) liggen en een vetachtige substantie produceren die de huid soepel houdt en tegen uitdroging beschermt (zie ook Talgklierfollokel). | Schizofrenie |
Talgklierfollikel | Een bepaald type haarzakje, waarin een betrekkelijk klein en dun haartje groeit, met een groot aantal talgliertjes en een ruime afvoergang. Talgklierfollikels bevinden zich vooral in het gezicht, op de borst en op de rug. Omdat acne veroorzaakt wordt door | |
targeted | specifiek gericht tegen een kenmerk van een eiwit of tumorcel | Kanker en doelmedicijnen |
TBG | Thyroxinebindende globuline. Belangrijkste eiwit waarin T4 en T3 getransporteerd worden in het bloed. | Schildklierafwijkingen |
TBPA | Thyroxinebindend prealbumine. Minder belangrijk transporteiwit voor T4 en T3 dan TBG. | Schildklierafwijkingen |
TCA | tricyclische antidepressiva, klasse van antidepressiva die ook bij kinderen worden gebruikt tegen bedplassen en sommige gedragsproblemen | ADHD, Manisch depressief en nu |
Teksttelefoon | Het via de telefoonlijn door de 'spreker' overbrengen van een getypte tekst naar een klein beeldscherm bij de telefoon van de slechthorende gesprekspartner. | |
Telecoil | Luisterspoel, onderdeel van een hoortoestel, waarmee bij gebruik van een ringleiding het magnetisch veld wordt opgevangen. | |
Teletherapie | Ook wel uitwendige radiotherapie genoemd. Radiotherapie waarbij gebruik wordt gemaakt van een stralingsbron die buiten het lichaam geplaatst is en waarmee een bundel ioniserende straling op kankercellen kan worden gericht. | Kanker en radiotherapie |
temperament | de aangeboren eigenschappen waarin mensen verschillen van elkaar; zie ook Big five | Persoonlijkheidsstoornis en nu |
Temporaal epilepsie | Een veelvoorkomend type epileptische aanval (temporaal epilepsie), waarbij de patiënt doelloze bewegingen uitvoert, een starende blik heeft en gedeeltelijk (of geheel ) het bewustzijn verliest. Vaak gaan aan de aanval bepaalde gevoelens vooraf (zie ook Au | |
Temporaalkwab | Slaapkwab, het aan de zijkant gelegen deel van de hersenen, die onder meer van belang is om aanwezige informatie uit het geheugen op te diepen. | Vaatlijden |
Temporale aanval | Een veelvoorkomend type epileptische aanval (temporaal epilepsie), waarbij de patiënt doelloze bewegingen uitvoert, een starende blik heeft en gedeeltelijk (of geheel ) het bewustzijn verliest. Vaak gaan aan de aanval bepaalde gevoelens vooraf (zie ook Au | Epilepsie |
TENS | Afkorting voor transcutane elektrische neuro stimulatie. Hierbij worden via op de huid geplakte elektroden kleine stroomstootjes in de huid gebracht met als doel een moeilijk te behandelen pijn in dat deel van het lichaam te verlichten. | Multiple Sclerose, Chronische pijn |
Tension headache | Hoofdpijn die kan optreden in aanvallen of die continu aanwezig kan zijn, meestal aan beide zijden van het hoofd. De pijn voelt aan als een band om het hoofd. Wordt ook wel spanningshoofdpijn genoemd. | Chronische pijn |
tertiair (bij hormoonuitval) | (bij hormoonuitval) de oorzaak van de hormoonuitval ligt in onvoldoende stimulatie van de hormoonklier op niveau van de hypothalamus of hoger | Hypofyseziekten |
terugresorptie | heropname | Nierziekten |
Testosteron | Mannelijk hormoon, dat bij de man in de zaadballen wordt gemaakt en dat bij de vrouw in kleine hoeveelheden ook in de eierstokken wordt gemaakt. | Osteoporose |
testosteron | het belangrijkste mannelijke hormoon | Hypofyseziekten |
thalamus | hersenkern, een belangrijk schakelpunt in de diepere gebieden van de hersenen. Gedeelte van de tussenhersenen waar het ontvang- en controle ysteem zetelt van gevoel en pijn | Chronische pijn, Dementie doet ook pijn |
thalassemie | erfelijke bloedziekte | |
theatrale persoonlijkheidsstoornis | persoonlijkheidsstoornis uit cluster B met als centrale kenmerk een enorme behoefte aan aandacht en een overdreven emotionaliteit
| Persoonlijkheidsstoornis en nu |
theorie | verklaringsmodel, een manier om bepaalde feiten logisch te kunnen verklaren en begrijpen | Dwangstoornissen |
theorie, Hygiëne | Een recente gedachte die het toegenomen voorkomen van astma en allergie verklaart door de theorie dat infecties en een minder schone omgeving beschermen tegen de ontwikkeling van een allergie. | Astma, COPD |
Therapeutische blokkade | Zenuwblokkade met een blijvend genezend effect. | Chronische pijn |
Therapeutische grenzen | De gewenste boven- en ondergrens waartussen de hoeveelheid van een bepaald medicijn in het bloed (bloedspiegel) zich moet bevinden. | Epilepsie |
Therapie | Behandeling met als doel een afwijking of ziekte te genezen of draaglijk te maken. | |
Therapie, cognitieve | Een vorm van gedragstherapie, waarbij niet het direct waarneembare gedrag van de patiënt wordt aangepakt, maar het 'denkgedrag' (de cognities). Er wordt onderzocht welke verkeerde cognities, welke onjuiste opvattingen van de werkelijkheid bij de patiënt e | |
Therapie, directieve | Moderne behandelingsvorm in de psychologie die vooral klachtgericht werkt en die tracht de werkzame elementen uit diverse bestaande therapievormen met elkaar te verbinden | |
Therapie, elektroconvulsieve | Het door toedienen van stroom via de schedel aan de hersenen opwekken van een epileptisch toeval, ter behandeling van een ernstige depressieve stoornis die niet met medicijnen genezen kan worden. De behandeling gebeurt onder narcose. Door het toedienen va | |
Therapieresistentie | Het blijven optreden van klachten of ziekteverschijnselen ondanks de behandeling met medicijnen. | Epilepsie, Allergie bij kinderen |
Therapietrouw | Het op de voorgeschreven wijze innemen van medicijnen of opvolgen van andere medische adviezen. | Multiple Sclerose, Hoge bloeddruk |
Thermische desinfectie | Ontsmetting door middel van verhitting (in een kookapparaat); zie ook Hittesterilisatie | |
thiazidediuretica | type bloeddrukverlager | Hart- en vaatproblemen |
thiazolidinediones | (PPAR-gamma-agonisten) Medicijnen die de insulineresistentie in diverse organen verminderen | Diabetes en nu |
Thoracotomie | Operatie waarbij via een snede (meestal tussen de ribben) de borstholte wordt geopend. | Astma, COPD |
Thoraxchirurg | Specialist voor operatieve behandeling van ziekten in de borstholte, waaronder hartziekten en soms ook longkanker. | Kanker en chirurgie |
Thyreoglobuline | Eiwit in de schildkliercellen, waarop de fabricage van schildklierhormoon (T4 en T3) plaatsvindt. Omdat het alleen in de schildklier wordt gemaakt, kan van de meting ervan gebruik worden gemaakt bij de follow-up na behandeling van schildkliercarcinoom. Da | Schildklierafwijkingen |
thyreoïd stimulerend hormoon | hormoon uit de hypofysevoorkwab dat de schildklier stimuleert | Hypofyseziekten |
Thyreoïdectomie | Operatieve verwijdering van de schildklier. | Schildklierafwijkingen |
Thyreoïditis | Schildklierontsteking. | Schildklierafwijkingen |
Thyreostatica | Schildklierwerkingremmende medicijnen. | Schildklierafwijkingen |
Thyreotoxicose | Ziektebeeld als gevolg van het overmatig circuleren in het bloed van schildklierhormoon, waardoor overstimulatie van onder meer de stofwisseling. | Schildklierafwijkingen |
Thyreotoxicosis factitia | Thyreotoxicose t.g.v. verzwegen misbruik van schildklierhormoon. | Schildklierafwijkingen |
thyreotropine | TSH | Hypofyseziekten |
thyreotropine releasing hormone | hormoon uit de hypothalamus dat de hypofysevoorkwab stimuleert tot productie van TSH | |
thyroxine | een van de schildklierhormonen | Hypofyseziekten |
Thyroxine (T4) | Schildklierhormoon, voornamelijk gemaakt in de schildklier, het prohormoon van T3. | Schildklierafwijkingen |
TIA | Afkorting voor transient ischemic attack, voorbijgaande beroerte | Vaatlijden, Hoge bloeddruk, Hart- en vaatproblemen |
Tijdelijk geheugenverlies | Geheugenverlies waarbij iemand gedurende enkel uren niets meer kan onthouden. | Vaatlijden |
timbre | wijze waarop een toon (met boventonen) klinkt, klankkleur
| Tinnitus |
Tinea | Medische naam voor infecties van de huid die door schimmels worden veroorzaakt. | |
tinnitus | oorsuizen, gefluit, gesuis, gebrom enz. in oor of oren: geluidsgewaarwordingen zonder prikkel van buitenaf | Tinnitus, Alles over hoorproblemen |
tinnitus, objectieve | vorm van tinnitus waarbij de externe geluidsbron zich in het lichaam bevindt, bijvoorbeeld een vernauwd bloedvat of het kaakgewricht
| Alles over hoorproblemen |
tinnitus, subjectieve | vorm van tinnitus waarbij de externe geluidsbron zich in het lichaam bevindt, bijvoorbeeld een vernauwd bloedvat of het kaakgewricht | |
Titreren | De precieze dosis instellen van medicijnen door een bepaalde hoeveelheid te geven en vervolgens het effect te beoordelen. De juiste dosis geeft het optimale effect. | ADHD |
TME | Afkorting van Total Mesorectal Excision, operatietechniek waarbij het aangedane deel van de endeldarm en het omliggend vetweefsel – waarin zich lymfklieren bevinden – wordt verwijderd. | Kanker en radiotherapie, Kanker en chirurgie |
tnf-alpha | Eiwit dat een rol speelt bij ontstekingen. Het speelt mogelijk een rol bij het ontstaan van endometriose. | Endometriose |
tnf-alpha remmers | Medicijnen die de activiteit van tnf-alpha remmen, en op die manier mogelijk endometriose kunnen tegengaan. | Endometriose |
Toddse parese | Verlamming die enige tijd blijft bestaan na een epileptische aanval, veroorzaakt door uitputting van de hersencellen die bij de aanval betrokken waren. | Epilepsie |
Toeval | Een plotsteling optredende functiestoornis van de hersenen bij mensen met epilepsie, waarbij afhankelijk van het soort epilepsie verschillende verschijnselen kunnen optreden. Deze kunnen variëren van een kortdurende afwezigheid, knipperen met de ogen of b | Epilepsie |
Tolerantie | Begrip dat, naast 'verdraagzaamheid' als algemene betekenis, bij geneesmiddelengebruik nog twee andere betekenissen kent: de mate waarin iemand een bepaald geneesmiddel verdraagt (tolereert) en het verschijnsel dat steeds hogere doseringen nodig zijn om n | |
Tolerantiedosis | Dosis die een orgaan of weefsel kan verdragen zonder dat het zijn functie verliest. | Kanker en radiotherapie |
Tonisch-clonische aanval | Meest bekende epileptische aanval, die gepaard gaat met het verlies van het bewustzijn, gevolgd door de tonische fase van spierverkramping en de clonische fase waarbij ritmische schokbewegingen optreden. | Epilepsie |
Tonische fase | Fase van een epileptische aanval waarin een kramptoestand ontstaat doordat alle spieren van het lichaam tegelijk aanspannen. | Epilepsie |
Tonometer | Instrument om de oogdruk te meten (de druk van het kamerwater binnen in het oog). Er zijn verschillende methoden. Vroeger werd het oog door het meetinstrument aangeraakt en moest het hoornvlies van het oog door de oogarts eerst verdoofd worden. Tegenwoord | |
tonsil | keelamandel | Allergie bij kinderen |
Toonaudiometrie | Het meten van de gevoeligheid van het oor voor bepaalde tonen. | |
Topsterktemeter | Instrument om de sterkte van brillenglazen of contactlenzen te meten. Wordt ook focimeter genoemd. | |
Torisch | Een zowel bolvormig (sferisch) als kokervormig (cilindrisch) geslepen brillenglas of contactlens. | |
Torische lenzen | Contactlenzen om (bepaalde vormen van ) astigmatisme te corrigeren. | |
Totaal cholesterol/HDL-ratio | De verhouding tussen het totaal cholesterol- en het HDL-gehalte, een maat voor het risico op hart- en vaatziekten. Een ratio boven de 4,5 is verhoogd. | Cholesterol |
Total Mesorectal Excision | Operatietechniek waarbij het aangedane deel van de endeldarm en het omliggend vetweefsel – waarin zich lymfklieren bevinden – wordt verwijderd. | Kanker en radiotherapie |
Totale incontinentie | Vorm van urine-incontinentie waarbij de urine vanuit de nieren en de blaas direct naar buiten afloopt. Dit kan het gevolg zijn van aangeboren afwijkingen aan de urinewegen, of later ontstaan als gevolg van een beschadiging van de sluitspier van de blaas. | |
Toxicose | Oude naam voor zwangerschapshypertensie, een abnormale bloeddrukstijging tijdens de zwangerschap. Vroeger ook aangeduid met zwangerschapsvergiftiging. | Hoge bloeddruk |
Toxisch | Letterlijk: vergiftig. De toxische dosis bij geneesmiddelen is de (te hoge) dosis waarbij onaanvaardbaar schadelijke effecten optreden. | |
Traanapparaat | Het totale stelsel van traanklieren, traanbuis, traankanaaltje, traanzak en traanpunten. | |
Traanfilm | Dun laagje traanvocht dat het hoornvlies bedekt ter bescherming en om uitdroging te voorkomen. Wordt met knipperen continu ververst en over het hoornvlies verspreid. | |
Traanlens | Het traanlaagje (traanfilm) tussen contactlens en oog, dat ook een lichtbrekende werking heeft, en waarmee bij het aanmeten van contactlenzen rekening moet worden gehouden. | |
Traansecretie | Uitscheiding van traanvocht door de traanklieren. | |
Trabeculair bot | In kleine dunne balkjes gevormd bot, dat vooral aanwezig is in korte botten (zoals rugwervels) en de uiteinden van pijpbeenderen (zoals de kop van het dijbeen). | Osteoporose |
trabekelblaas | blaas waarvan door verhoogde druk in de blaas de wand onregelmatig en verdikt is geworden
| |
Trachea | Luchtpijp. | Schildklierafwijkingen |
tranquillizers | Groep geneesmiddelen die twee of meer van de volgende werkingen heeft: angstremmend, slaapverwekkend, kalmerend en spierverslappend. In het algemeen onderscheiden we drie categorieën: anxiolytica, hypnotica en sedativa | Dwangstoornissen |
transactionele analyse | een model voor het analyseren van wat er binnen een persoon gebeurt en wat er tussen mensen gebeurt, en een methode van verandering van communicatie en psychotherapie
| Persoonlijkheidsstoornis en nu |
transcraniële echografie | echo van hersenstructuren
| Parkinson en nu |
transcraniële operatie | operatie via een gemaakte opening in het schedelbot | Hypofyseziekten |
Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie | Behandeling waarbij worden via op de huid geplakte elektroden kleine stroomstootjes in de huid gebracht met als doel een moeilijk te behandelen pijn in dat deel van het lichaam te verlichten. | Chronische pijn |
Transcutaneous Electric Nerve Stimulation | Behandeling waarbij worden via op de huid geplakte elektroden kleine stroomstootjes in de huid gebracht met als doel een moeilijk te behandelen pijn in dat deel van het lichaam te verlichten. | Chronische pijn |
transference focused psychotherapie | een therapiemodel waarbij steeds datgene wat er gebeurt in de relatie met de psychotherapeut wordt gekoppeld aan de problemen die iemand ontmoet in de relaties met belangrijke anderen en in het werk, en aan het verleden van de persoon
| Persoonlijkheidsstoornis en nu |
Transient Ischaemic Attack | Een tijdelijke uitval van de functie van een deel van de hersenen als gevolg van een tijdelijke, kortdurende afsluiting van de bloedstroom in een bloedvat. Een TIA is vaak een voorbode van een permanente afsluiting (zie CVA). | Vaatlijden |
Transmitter | Stof die voorkomt in de uiteinden van een zenuw (synaps) en die impulsen (prikkels) overbrengt van de ene naar de andere zenuw (of spiervezel). | Astma |
Transparant | Doorzichtig. | |
Transporter | Letterlijk ‘vervoerder’, mechanisme om dopamine weer terug te halen naar de zenuwcel (recycling). | ADHD |
transsfenoïdale operatie | operatie via de sinus sphenoidalis | |
Transversum | Letterlijk: in dwarse richting. Verkorte aanduiding voor colon transversum. | |
Transvetten | Vetten die een ongunstige invloed hebben op hart- en vaatziekten. Ze ontstaan bij het industrieel verwerken (“harden”) van vetten. | |
trauma | verwonding, letsel. Niet alleen gebruikt voor een lichamelijke wond door een fysieke oorzaak, maar ook voor een psychische wond, een voorval of ervaring met een negatieve emotionele betekenis van schokkende of overweldigende aard | Hypofyseziekten, Depressief en nu, Dwangstoornissen |
Traumatische pijn | Pijn die ontstaat na geweld van buiten het lichaam, zoals bijvoorbeeld bij botbreuken, snijwonden en operatiewonden. | Chronische pijn |
traumatisering | er is sprake van traumatisering als een levenservaring niet verwerkt raakt, geen plek gekregen heeft. De persoon blijft eraan denken, heeft regelmatig onaangename herinneringen of associaties, is verhoogd prikkelbaar of waakzaam
| Persoonlijkheidsstoornis en nu |
tremor | letterlijk: beven. Onwillekeurige ritmische beweging van een lichaamsdeel, zoals bij de ziekte van Parkinson | Parkinson en nu |
trepanatie | het maken van een opening in het schedelbot
| Hypofyseziekten |
TRF | Teacher Report Form: gedragsvragenlijst in te vullen door leerkracht. | ADHD |
TRH | Thyrotrophin releasing hormoon. Het hormoon uit de hypothalamus dat de afgifte van TSH door de hypofyse stimuleert. | Schildklierafwijkingen, Hypofyseziekten |
TRH | thyreotropine releasing hormone
| |
Trifocaal | Drie correctiesterkten in één brillenglas of contactlens (voor veraf, midden en dichtbij). | Eetstoornissen |
Trigeminusneuralgie | Pijn, optredend in aanvallen, in het verzorgingsgebied van een of meer takken van de aangezichtszenuw (nervus trigeminus). De pijn treedt op aan een kant van het gelaat, kaak of mond, na licht aanraken of bij kauwen, is bijzonder hevig en kan enkele secon | Chronische pijn, Multiple Sclerose |
Trigger | Letterlijk: trekker van een geweer. In medische zin een prikkel die een reactie uitlokt, zoals bijvoorbeeld een bepaalde stof in de voeding die aanleiding kan geven tot voedselintolerantie of een allergische reactie, of het aanraken van een bepaalde plek | |
triglyceriden | vetten die in het bloed voorkomen en die zorgen voor opslag en transport van energie | Hart- en vaatproblemen, Cholesterol anno nu |
Triglyceriden | Een bepaald type vet dat voorkomt in het bloed. Chemisch gezien bestaan triglyceriden uit glycerol veresterd met drie vetzuren. Het is de vorm waarin vet gebruikt voor energie in de vetcel wordt opgeslagen. Hoe onverzadigder de vetzuren zijn, hoe vloeibaa | Hoge bloeddruk, Cholesterol |
trijodothyronine | een van de schildklierhormonen | Hypofyseziekten |
Trijodothyronine (T3) | Schildklierhormoon, voornamelijk gemaakt uit thyroxine in de lichaamsweefsels en waarschijnlijk het actieve hormoon. | Schildklierafwijkingen |
trombangitis obliterans | Ziekte van Buerger (zie daar). | Hart- en vaatproblemen |
trombo-embolische aandoening | vaatafsluiting die wordt veroorzaakt door bloedpropjes die stroomopwaarts in het vaatstelsel zijn losgeschoten
| Hart- en vaatproblemen |
trombocyt | bloedplaatje | Eierstokkanker |
tromboflebitis | ontsteking van een bloedvat | |
Trombolyse | Het oplossen van een bloedstolsel. | Vaatlijden |
trombolyse | het ‘oplossen’ van een bloedprop met medicijnen | Hart- en vaatproblemen |
trombopenie | tekort aan bloedplaatjes | Eierstokkanker |
trombose | vaatverstopping door bloedstolselvorming | Vaatlijden, Kanker en doelmedicijnen |
Trombose, diep veneuze | Het ontstaan van bloedstolsels in de diepe aders van de benen. | Vaatlijden |
Trombus | Een samenklontering van bloedcellen aan de binnenkant van een bloedvat. | Vaatlijden |
trommelholte | de ruimte achter het trommelvlies; trommelholte en mondholte zijn met elkaar verbonden via de buis van Eustachius | Oorsuizen, Tinnitus |
trommelvlies | vlies aan het uiteinde van de gehoorgang; verbindt het uitwendige met het inwendige oor | Tinnitus, Alles over hoorproblemen |
trommelvliesperforatie | opening (gaatje) in het trommelvlies | Tinnitus |
troponine | stofje dat in bloed vrijkomt bij ernstig zuurstoftekort van hart | Hart- en vaatproblemen |
TRT | Tinnitus Retraining Therapy van Jastrebroff en Hazell leert de patiënt inzicht krijgen in het ontstaan van tinnitus en hoe hij beter om kan gaan met de emotionele en lichamelijke reacties erop
| |
TsAb/TSI | Groep van (auto)antistoffen die zich binden aan de celmembraan en via de TSH-receptor de schildklierhormoonproductie stimuleren bij de ziekte van Graves (TsAb = thyroid stimulating antibodies; TSI = thyroid stimulating immunoglobulins). | Schildklierafwijkingen |
TSH | Thyroïd stimulerend hormoon uit de hypofyse, dat de schildklierhormoonvorming stimuleert. | Schildklierafwijkingen |
TSH | thyreoïd stimulerend hormoon | Hypofyseziekten |
tuba | eileider | |
tuba | eileider | Eierstokkanker |
tubacarcinoom | kanker in de eileider | Eierstokkanker |
Tubacoagulatie | Een methode voor sterilisatie bij de vrouw, waarbij de beide eileiders ondoorgankelijk worden gemaakt door ze plaatselijk dicht te schroeien. | Osteoporose |
Tubaligatie | Een methode voor sterilisatie bij de vrouw, waarbij beide eileiders ondoorgankelijk worden gemaakt door ze met een draadje dicht te binden | |
tubulo-interstitiële nefritis | ontsteking van interstitium en nierbuisjes | |
tubulus | (nier)buisje | Nierziekten |
Tumor | 1. Zwelling als gevolg van een ontstekingsproces; 2. Zwelling of gezwel ontstaan door de nieuwvorming van goed- of kwaadaardige cellen. | Kanker en radiotherapie, Kanker en hormonale therapie, Kanker en chirurgie |
tumor | zwelling, gezwel (goedaardig of kwaadaardig) | Hypofyseziekten |
Turks zadel | uitstulping in het wiggebeen waar de hypofyse in ligt | Hypofyseziekten |
Turner, syndroom van | angeboren afwijking bij meisjes met onder andere hypogonadisme en geringe lengtegroei
| Hypofyseziekten |
Tympanometrie | Het meten van de beweeglijkheid van het trommelvlies, een onderzoekmethode waarmee vastgesteld kan worden of er zich voldoende lucht achter het trommelvlies bevindt, of de druk normaal is en of er al dan niet sprake is van de aanwezigheid van vocht of sli | |
type 2 diabetes | Diabetes door insulineresistentie (zie daar), meestal op latere leeftijd en bij overgewicht optredend | Hart- en vaatproblemen, Cholesterol anno nu |
type I diabetes | type suikerziekte dat meestal op jonge leeftijd ontstaat als gevolg van auto-immuniteit en waarvoor altijd een insulinebehandeling nodig is
| Hart- en vaatproblemen |