Trefwoord |
Omschrijving |
Gerelateerde thema's |
Daglichtzien | Fotopisch zien; het zien door middel van de activering van de kegeltjes in het netvlies, waardoor we in kleur kunnen waarnemen. Dit in tegenstelling tot schemerzien (scotoptisch zien), waarbij we alleen met de staafjes kijken en daardoor alleen in zwart-w | |
DAMP | Deficits in Attention, Motorcontrol and Perception = DCD + ADHD. | ADHD |
Darm syndroom, prikkelbare | Een stoornis in de spierbewegingen in vooral de dikkedarm, waardoor klachten over een zeurende en/of krampende buikpijn ontstaan en de darmfunctie ontregeld raakt. Hierdoor ontstaat een afwijkend ontlastingspatroon met verstopping (obstipatie), diarree of | |
Darmkrampen | Koliekachtige pijn vaak veroorzaakt door overrekking van of trek aan de darmwand. | Chronische pijn |
DAT-SPECT-scan | scan om met een gelabelde stof de dopamine transporter (DAT) in beeld te brengen, als maat voor het verlies van dopamine-zenuwcellen | Parkinson en nu |
Dauwworm | Een vorm van vochtig eczeem bij kleine kinderen in het gelaat (constitutioneel eczeem), waarbij meestal sprake is van een erfelijke aanleg voor allergische aandoeningen. | |
dB | Afkorting van deciBell, de maat waarin de sterkte van een geluid wordt uitgedrukt. Is genoemd naar de Engelse fysioloog Alexander Bell, de uitvinder van de telefoon. | Tinnitus |
DBD | Disruptive Behaviour Disorder, zie CD. | ADHD |
DCD | Developmental Coördination Disorder = MND = dyspraxie: stoornis in de motoriek en het evenwicht, komt vaak voor als co-morbiditeit bij ADHD. | ADHD |
De Morsier, syndroom van | septo-optische dysplasie | Hypofyseziekten |
De pil | Medicijn dat een of twee stoffen bevat met de werking van een of beide vrouwelijk geslachtshormonen (oestrogeen, progestageen) en dat indien correct volgens het opgegeven inneemschema gebruikt een praktisch 100% zekerheid biedt niet zwanger te worden. Vaa | |
Decibel | Afkorting van deciBell, de maat waarin de sterkte van een geluid wordt uitgedrukt. Is genoemd naar de Engelse fysioloog Alexander Bell, de uitvinder van de telefoon. | |
decibel (dB) | eenheid voor geluidssterkte | Tinnitus, Alles over hoorproblemen |
decompensatio cordis | hartfalen, gekenmerkt door onder andere chronische vermoeidheid, kortademigheid en vocht in de benen | Hart- en vaatproblemen |
Decubitus | Doorliggen, het ontstaan van weefselbeschadiging door langdurige druk op de huid waardoor de bloedvaten worden dichtgedrukt. | Vaatlijden |
Defaecatie | Stoelgang, het lozen van ontlasting. | |
defecografie | beeldvormend onderzoek van de dikke en dunne darm tijdens persen
echo beeldvormend onderzoek met behulp van geluidsgolven
| Prolaps |
Deficiëntie | Gebrek of tekort aan een bepaalde stof. | Cholesterol |
deficiëntie | tekort, gebrek | Hypofyseziekten, Allergie bij kinderen |
Deficiëntie, Alfa-1-antitrypsine | Erfelijke ziekte waarbij er een tekort is aan alfa-1-antitrypsine. Mensen met een alfa-1-antitrypsine deficiëntie hebben een grote kans op het ontwikkelen van longemfyseem. | Astma, COPD |
Déjà-vu-gevoel | Frans voor 'al eerder gezien'. Een sterk gevoel hebben dat men hetgeen men op dat moment meemaakt (zien, horen, denken), reeds eerder heeft meegemaakt. Kan onschuldig zijn, maar ook het gevolg zijn van een hersenafwijking of voorkomen bij bepaalde vormen | Epilepsie |
Delier | Tijdelijke psychiatrische stoornis, gekenmerkt door een verlaagd bewustzijn en een afname van de intellectuele vaardigheden ten opzichte van kort daarvoor, die zich binnen korte tijd heeft ontwikkeld en veroorzaakt door een lichamelijke ziekte (bijvoorbee | |
Dementie | Geestelijke stoornis, meestal op latere leeftijd, waarbij geheugenstoornissen op de voorgrond staan, maar waarbij daarnaast ook andere tekenen van geestelijke achteruitgang aanwezig zijn. De meest voorkomende oorzaak voor dementie is de ziekte van Alzheim | Depressie, Dementie |
dendritische cellen | Een klein deel van de cellen in de epidermis bestaat uit andere cellen dan de keratinocyten. De dendritische cellen liggen er bijvoorbeeld tussenin met lange uitlopers. Melanocyten behoren tot dit celtype.
| Vitiligo |
denkmodel | een concreet voorbeeld aan de hand waarvan veel abstracte begrippen duidelijker kunnen worden gemaakt | Manisch-depressieve stoornis, Manisch depressief en nu |
Density | Dichtheid of soortelijk gewicht van een lipoproteïne, zoals bepaald met ultracentrifugatie. Hoe groter het lipoproteïne, hoe lager het soortelijk gewicht. | Cholesterol |
depigmentatie | totaal ontkleurde spierwitte huid | Vitiligo |
depressie | somberheid, neerslachtigheid, gedrukte stemming. Verwarrend is dat in de vaktaal vaak de term depressie wordt gebruikt voor een ziektebeeld dat volledigheidshalve depressie in engere zin of depressieve (stemmings)stoornis heet, terwijl in spreektaal met depressie álle mogelijke vormen van somberheid kunnen worden bedoeld, dus ook de gewone, niet ziekelijke | Depressie, Depressief en nu, Manisch depressief en nu, Oorsuizen, Dwangstoornissen |
depressie in engere zin | psychiatrische ziekte waarbij (volgens internationaal afgesproken criteria) minstens twee weken lang een depressieve stemming bestaat die het normale dagelijkse leven verstoort en waarbij nog ten minste vijf andere verschijnselen aanwezig zijn, zoals slechte eetlust, energieverlies, slaapproblemen, gespannenheid, angsten, schuldgevoel, concentratieproblemen, verminderd zelfgevoel, denken aan de dood, dwanggedachten, verlies aan seksuele interesse of psychotische verschijnselen | Depressief en nu, Dwangstoornissen |
Depressie, gemaskeerde | Het type depressie waarbij de depressieve stemming minder duidelijk aanwezig is en een groot aantal andere symptomen (vooral lichamelijke klachten) op de voorgrond staan. | |
Depressie, organische | Oude benaming voor 'depressie door een lichamelijke aandoening'. | |
depressief | lijdend aan de ziekte depressie. Het woord depressie mag dus niet gebruikt worden in situaties waarin de stemming beter omschreven kan worden met somber, verdrietig, depri, teneergeslagen of gedeprimeerd | Manisch depressief en nu |
depressieve stemmingsstoornis | psychiatrische ziekte waarbij (volgens internationaal afgesproken criteria) minstens twee weken lang een depressieve stemming bestaat die het normale dagelijkse leven verstoort en waarbij nog ten minste vijf andere verschijnselen aanwezig zijn, zoals slechte eetlust, energieverlies, slaapproblemen, gespannenheid, angsten, schuldgevoel, concentratieproblemen, verminderd zelfgevoel, denken aan de dood, dwanggedachten, verlies aan seksuele interesse of psychotische verschijnselen | Depressief en nu |
depressieve stoornis | psychiatrische ziekte waarbij (volgens internationaal afgesproken criteria) minstens twee weken lang een depressieve stemming bestaat die het normale dagelijkse leven verstoort en waarbij nog ten minste vijf andere verschijnselen aanwezig zijn, zoals slechte eetlust, energieverlies, slaapproblemen, gespannenheid, angsten, schuldgevoel, concentratieproblemen, verminderd zelfgevoel, denken aan de dood, dwanggedachten, verlies aan seksuele interesse of psychotische verschijnselen. | Depressie, Depressief en nu, Dwangstoornissen |
Derealisatie | Verandering in het waarnemen van de omgeving, waardoor deze als vervormd en onwerkelijk wordt gezien. Daardoor verliest men het contact met de werkelijkheid. | Epilepsie, Manisch-depressieve stoornis |
Derivaat | Een chemische stof die van een andere chemische stof is afgeleid. | Cholesterol |
Dermabrasie | Behandeling van huidafwijkingen, waarbij door het bovenste laagje van de huid als het ware af te schuren of af te schaven littekens (bijvoorbeeld als gevolg van acne) minder zichtbaar kunnen worden gemaakt. | |
Dermatofyten | Schimmels die bij voorkeur op of in de huid, nagels en haren groeien. | |
Dermatoloog | Arts die gespecialiseerd is in ziekten van de huid. | Allergie bij kinderen |
Dermis | Lederhuid; onder de opperhuid gelegen huidlaag, waarin zich onder andere de zweetklieren, de haarwortels en de talgklieren bevinden. | |
Dermo-lipectomie | Meer ingrijpende plastisch-chirurgische operatie waarbij vet en gewoonlijk ook een gedeelte van de huid wordt verwijderd. | |
DES-stent | Drug Eluting Stent, stent waarin een geneesmiddel is verwerkt dat nieuwe vernauwingen op de langere termijn moet afremmen | Hart- en vaatproblemen |
Descendens | Letterlijk: afdalend. Verkorte aanduiding voor colon descendens. | |
Desinfecteren | Ontsmetten: het zo goed mogelijk zich ontdoen van ziekmakende micro-organismen (bacteriën, virussen en schimmels) van niet-levende oppervlakken, zoals een po of een aanrechtblad. Voor het totaal verwijderen van bacteriën, virussen en schimmels zijn sterke | |
Desinfectie, thermische | Ontsmetting door middel van verhitting (in een kookapparaat); zie ook Hittesterilisatie. | |
Desoriëntatie | Letterlijk: het 'niet weten waar het oosten is'. Het verlies van het vermogen om zich in de omgeving goed te oriënteren en de mensen en dingen te herkennen en plaats en tijd te kunnen bepalen. | |
Desoxyribo Nucleic Acid | DNA, een zeer lang spiraalvormig molecuul in de cel dat alle erfelijke informatie bevat. | Kanker en radiotherapie |
Desoxyribo nucleid acid | DNA, de chemische naam voor het basisbestanddeel van waaruit de chromosomen (erfelijkheidsdragers) zijn opgebouwd: een lange keten van allerlei opeenvolgende combinaties van vier verschillende eiwit-achtige stoffen (adenine, cytosine, guanine en thymine) | |
Desoxyribonucleïnezuur | DNA, de chemische naam voor het basisbestanddeel van waaruit de chromosomen (erfelijkheidsdragers) zijn opgebouwd: een lange keten van allerlei opeenvolgende combinaties van vier verschillende eiwit-achtige stoffen (adenine, cytosine, guanine en thymine) | |
devalueren | de neiging om het gedrag of de totale persoonlijkheid van de ander als ‘alleen maar slecht’ te beoordelen. Vaak ontstaat dit nadat men eerst een tijdlang de ander heeft geïdealiseerd. Deze afwisseling van idealiseren en devalueren komt vaak voor bij mensen met een borderline-persoonlijkheidsstoornis | Persoonlijkheidsstoornis en nu |
DEXA | Afkorting van Dual Energy X-ray Absorptiometry. Nauwkeurige methode die o.a. gebruikt kan worden om de hoeveelheid lichaamsvet van een mens te meten. | |
dextrose | rechtsdraaiend glucose of druivensuiker | Diabetes, Diabetes type 1, Diabetes type 2, Diabetes en nu |
DHA | Een voor de hersenen belangrijk vetzuur. | ADHD |
DHEA | dehydroepiandrosteron, belangrijkste vertegenwoordiger van de bijnierandrogenen | Hypofyseziekten |
DI | diabetes insipidus | Hypofyseziekten |
Diabetes | Stoornis in de suikerstofwisseling waarbij er door de alvleesklier onvoldoende insuline wordt afgegeven en waardoor de hoeveelheid bloedsuiker (glucose) in het bloed te hoog is. Dit leidt tot het verlies van suiker en veel water via de nieren, waardoor do | Epilepsie, Diabetes type 1, Diabetes, Diabetes type 2 |
diabetes insipidus | aandoening van de nierbuisjes met overmatige urineproductie als gevolg van onvoldoende productie of werking van ADH | Hypofyseziekten, Nierziekten |
diabetes mellitus | suikerziekte. Stoornis in de suikerstofwisseling waarbij de alvleesklier onvoldoende insuline afgeeft en waardoor de hoeveelheid bloedsuiker (glucose) in het bloed te hoog is. Dit leidt tot het verlies van suiker en veel water via de nieren | Vaatlijden, Hoge bloeddruk, Cholesterol, Nierziekten, Groeihormoontekort |
Diabetische retinopathie | Aandoening van het netvlies in het oog die wordt veroorzaakt door suikerziekte. | |
Diafragma | Wordt zowel gebruikt als medische naam voor het middenrif (de spierplaat tussen de borst- en de buikholte) als voor de verstelbare, ronde, opening (zoals in een oog en in een fototoestel) waardoor de hoeveelheid invallend licht geregeld kan worden. | Maagklachten |
diagnose | de wetenschappelijke formulering waarmee een arts zijn opvatting weergeeft over wat er in medisch opzicht bij een bepaalde patiënt aan de hand is en op basis waarvan de behandeling en de prognose bepaald kunnen worden | Kanker en radiotherapie, Kanker en hormonale therapie, Kanker en chirurgie, Depressief en nu, Manisch depressief en nu, Allergie bij kinderen, Dwangstoornissen |
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders | Boek dat het classificatiesysteem bevat, op basis waarvan de diagnose bij psychiatrische ziektebeelden kan worden gesteld. Er bestaan verschillende edities, die met Romeinse cijfers zijn aangegeven. Het meest recent is de vierde editie, de DSM-IV, die in | |
Diagnostiek | Onderzoek om de oorzaaken en de aard van bepaalde (ziekte)verschijnselen vast te stellen. | Erectieproblemen |
diagnostiek | proces dat wordt doorlopen om tot de aard en oorzaak van een aandoening te komen | Plas- en erectieproblemen |
Diagnostische blokkade | Zenuwblokkade uitgevoerd om uit te maken wat de oorzaak van de pijn is en waar de pijn exact aan te geven is. | Chronische pijn |
dialectische gedragstherapie | een therapie ontwikkeld door de Amerikaanse psychologe Marsha Linehan gericht op het behandelen van zelfdestructief gedrag zoals suïcidepogingen, automutilatie, middelenmisbruik en zelfverwaarlozing | Persoonlijkheidsstoornis en nu |
dialyse | scheidingsproces waarbij afvalstoffen uit het bloed worden verwijderd | Hoge bloeddruk, Nierziekten |
Dialyse, peritoneale | Nierfunctievervangende behandeling waarbij met behulp van een spoelvloeistof die via een buisje in de buikholte wordt gebracht, afvalstoffen via het buikvlies weggespoeld worden. | |
dialysemembraan | halfdoorlaatbaar filter
| Nierziekten |
Diameter | Doorsnede | Astma, Manisch-depressieve stoornis |
Diarree, functionele | Ander woord voor prikkelbare darm syndroom (PDS), een stoornis in de spierbewegingen in vooral de dikkedarm, waardoor klachten over een zeurende en/of krampende buikpijn ontstaan en de darmfunctie ontregeld raakt. Hierdoor ontstaat een afwijkend ontlastin | |
Diarree, nerveuze | Ander woord voor prikkelbare darm syndroom (PDS), een stoornis in de spierbewegingen in vooral de dikkedarm, waardoor klachten over een zeurende en/of krampende buikpijn ontstaan en de darmfunctie ontregeld raakt. Hierdoor ontstaat een afwijkend ontlastin | |
diastole | ontspanningsfase van het hart
| Hart- en vaatproblemen |
diastolische bloeddruk | de onderwaarde van de bloeddruk: de (laagste) druk in de slagaders op het moment dat het hart geen bloed uitpompt en een nieuwe hoeveelheid bloed uit de longen ontvangt | Vaatlijden, Hart- en vaatproblemen |
Diathermie | Elektrische techniek waarmee kleine bloedvaatjes kunnen worden dichtgeschroeid en weefsel bloedeloos kan worden doorgesneden tijdens operatie. | Kanker en chirurgie |
diclofenac | ontstekingsremmer | Dementie doet ook pijn |
DIDMOAD | ziekte met een combinatie van type 1 diabetes mellitus, diabetes insipidus, afwijking van de gezichtszenuwen en doofheid (= syndroom van Wolfram)
| Hypofyseziekten |
dieet, ketogeen | Een zeer streng en vetrijk dieet dat bij kinderen met een moeilijk instelbare epilepsie effect kan hebben en waarnaar soms wordt uitgeweken als anti-epileptica en operatie geen opties meer zijn. | Epilepsie |
Diep veneuze trombose | Het ontstaan van bloedstolsels in de diepe aders van de benen. | Vaatlijden |
Diepe endometriose | Endometriose in de holte van Douglas of in de ruimte tussen de darm en de vagina (het septum rectovaginale). Sommige gynaecologen beschouwen alle endometriose die dieper dan 4 mm doorgroeit in het omliggende weefsel als diepe endometriose. | Endometriose |
Dieptezien | Het vermogen om met twee ogen driedimensionaal te zien en diepte te schatten. | |
Differentiaaldiagnose | Een aantal andere diagnoses die, behalve de vastgestelde diagnose, ook als mogelijke verklaring of oorzaak voor de klachten en verschijnselen van een patiënt opgenoemd kan worden. | Multiple Sclerose |
differentiatiegraad | mate waarin kankercellen afwijken van gezonde cellen | Eierstokkanker |
Diffractie | Buiging van lichtstralen door middel van interferentie. | |
diffuse angststoornis | vorm van angststoornis die niet ergens speciaal op gericht is. Wordt ook gegeneraliseerde angststoornis genoemd | Dwangstoornissen |
Dijodotyrosine (DIT) | Aminozuur tyrosine met twee jodiumatomen; bouwsteen voor de schildklierhormonen thyroxine (T4) en trijoodthyronine (T3). | Schildklierafwijkingen |
Dikkedarm, instabiele | Ander woord voor prikkelbare darm syndroom (PDS), een stoornis in de spierbewegingen in vooral de dikkedarm, waardoor klachten over een zeurende en/of krampende buikpijn ontstaan en de darmfunctie ontregeld raakt. Hierdoor ontstaat een afwijkend ontlastin | |
Dikkedarm, spastische | Ander woord voor prikkelbare darm syndroom (PDS), een stoornis in de spierbewegingen in vooral de dikkedarm, waardoor klachten over een zeurende en/of krampende buikpijn ontstaan en de darmfunctie ontregeld raakt. Hierdoor ontstaat een afwijkend ontlastin | |
Dioptrie | Maat voor de sterkte van brillenglas of contactlenzen. Wordt afgekort als D of dpt. | |
diplacusis | verschil in de waarneming van toonhoogte tussen de beide oren
| Tinnitus |
Diplopie | Dubbelzien. | |
Dipyridamol | Medicijn dat de bloedstolling beïnvloedt door middel van het remmen van de mogelijkheid van de bloedplaatjes om samen te klonteren tot een stolsel. | Vaatlijden |
Directieve therapie | Moderne behandelingsvorm in de psychologie die vooral klachtgericht werkt en die tracht de werkzame elementen uit diverse bestaande therapievormen met elkaar te verbinden. | Dwangstoornissen |
Disaccharide | Chemische naam voor tweevoudige suikers, bijvoorbeeld lactose (melksuiker). Dit zijn chemisch gezien suikers die door middel van vertering in twee kleinere suikers (zoals glucose) omgezet kunnen worden (zie ook Monosaccharide). | |
Discriminatievermogen | Het vermogen om geluiden van elkaar te kunnen onderscheiden, zoals ondermeer noodzakelijk is voor het begrijpen van het gesproken woord. | |
dislipidemie | vetstofwisselingsstoornissen | Diabetes en nu |
Disposable lenzen | Contactlenzen met een beperkte levensduur die dag en nacht gedragen kunnen worden. Kunnen een beperkte tijd (een of enkele weken) achtereen gedragen worden, en dienen dan weggegooid te worden. | |
Dissectie | Het ontstaan van een scheurtje in de binnenste laag van de wand van een slagader. Dissectie in een van de hals- of wervelslagaders kan de oorzaak zijn van een beroerte. | Hoge bloeddruk |
Dissociatie | Een deel van het bewustzijn is tijdelijk afgescheiden van de rest van de persoonlijkheid en stuurt het gedrag op een wijze die grotendeels ontsnapt aan de controle van het andere deel van het bewustzijn. | Eetstoornissen |
Dissociatief | Gepaard gaande met een veranderd bewustzijn. | Schizofrenie |
Dissociatieve hallucinatie | Hallucinatie tijdens een trance, gekenmerkt door een combinatie van zintuiglijke kwaliteiten (zoals beeld, geluid, geur) en hevige emotionele belevingen. | Schizofrenie |
diuretica | plaspillen; medicijnen die de nieren stimuleren tot het verwijderen van extra vloeistof uit het bloed, met als doel een teveel aan vocht uit het lichaam te verwijderen en/of de bloeddruk te verlagen | Eetstoornissen, Vaatlijden, Hart- en vaatproblemen |
Divertikel | Uitstulping van de dikke darm aan de buitenkant, niet te verwarren met een poliep (uitstulping aan de binnenkant). Divertikels van de dikke darm veroorzaken meestal geen klachten. | |
DLB | dementie met Lewy-lichaampjes
| Parkinson en nu |
DNA | Desoxyribo Nucleic Acid – in de chromosomen aanwezige drager van erfelijke eigenschappen | Kanker en doelmedicijnen, Kanker en radiotherapie, Kanker en hormonale therapie, Kanker en chirurgie, Cholesterol, Manisch depressief en nu |
DNA-chip | Een plaatje met specifieke DNA-fragmenten dat gebruikt wordt om te bepalen welke genen actief zijn in een bepaald stukje weefsel. | Kanker en radiotherapie |
DNA-deoxynucleinezuur | DNA is de drager van genetische informatie | Eierstokkanker |
Dolhuis | Oud Nederlands woord voor de voorloper van de huidige psychiatrische inrichting of het psychiatrische ziekenhuis. | |
dominant | erfelijke eigenschap die maar op één chromosoom van een chromosomenpaar hoeft voor te komen (dus van een van beide ouders afkomstig) om tot de ziekte te leiden, ondanks dat het andere chromosoom uit dat chromosomenpaar gezond is | Manisch-depressieve stoornis, Cholesterol, Manisch depressief en nu |
Donorcodicil | Kaartje met bereidverklaring om na de dood als donor te fungeren van organen of lichaamsweefsel zoals hart, nieren of hoornvlies. | |
donorplek | huidgebied waar gezond weefsel vandaan wordt gehaald om getransplanteerd te worden | |
doofheid, functionele | gehoorverlies boven de 90 dB, er is geen functie van het gehoor zodanig dat er met versterking iets aan te doen is
| Alles over hoorproblemen |
Doorbraakbloeding | Onverwachte en tussentijds optredende, op een menstruatie lijkende bloeding tijdens het gebruik van de anticonceptiepil of bepaalde andere hormoonpreparaten. | |
Doorliggen | Het ontstaan van weefselbeschadiging door langdurige druk op de huid waardoor de bloedvaten dichtgedrukt worden. | |
Dop-tone | Apparaat waarmee al vanaf vroeg in de zwangerschap de harttonen van de vrucht beluisterd kunnen worden. | |
Dopamine | Neurotransmitter die in bepaalde hersenkernen noodzakelijk is voor het overbrengen van zenuwimpulsen voor het goed laten functioneren van de spieren en die bij mensen met de ziekte van Parkinson in onvoldoende mate wordt aangemaakt. Dopamine is ook een be | ADHD |
dopamine | neurotransmitter die onder andere de afgifte van prolactine door de hypofysevoorkwab remt | Parkinson en nu |
dopamine | boodschapstof in de hersenen, belangrijk bij de ziekte van Parkinson
| |
dopamine-agonist | geneesmiddel dat een werking heeft als dopamine
| Hypofyseziekten |
dopamine-agonist | middel dat qua werking lijkt op levodopa | Parkinson en nu |
Dopamineagonist | Stof die de werking van dopamine tijdens het overbrengen van impulsen van de ene op de andere zenuw nabootst en gedeeltelijk kan vervangen en daarom gebruikt wordt bij de behandeling van de ziekte van Parkinson. | |
Dopaminerg | Dopamineverhogend middel. | ADHD |
Dopaminerge stof | Dopamine verhogende stof zoals Ritalin of cafeïne. | ADHD |
Dopaminergica | Medicijnen met een dopamine lijkende werking, zoals levodopa, die gebruikt kunnen worden bij de behandeling van de ziekte van Parkinson. | |
Doppler- of Duplex-echografie | geluidsonderzoek waarmee bloedstroomsnelheden en vernauwingen kunnen worden opgespoord | Hart- en vaatproblemen |
Dopplereffect | het effect dat geluid van een bron die naar je toekomt, een hogere toon heeft dan geluid dat van je afgaat | Hart- en vaatproblemen |
dorstproef | test waarbij men enige tijd niets mag drinken om te beoordelen of er sprake is van diabetes insipidus | Hypofyseziekten |
Dosis | Spreektaal voor geabsorbeerde dosis. Dit is de hoeveelheid geabsorbeerde (opgenomen) energie per massa-eenheid bestraald materiaal. | Kanker en radiotherapie, Kanker en hormonale therapie |
Dosis-aërosol | Soort spuitbusje (aërosol) waarin zich een bepaald medicijn bevindt en van waaruit telkens een afgemeten hoeveelheid (dosis) medicijn komt dat vervolgens ingeademd ('inhalatie') kan worden. Ook wel verstuiver genoemd. Wordt vaak toegepast bij de behandeli | Astma |
Dotteren | Behandeling van een vernauwd gedeelte van een slagader (meestal een kransslagader van het hart) ook PTCA (percutane transluminale coronaire angioplastiek) genoemd. Bij de behandeling wordt een dunne katheter vanuit de lies via de slagaders opgeschoven naa | Vaatlijden, Hoge bloeddruk, Cholesterol |
dotteren | met een slangetje (katheter), die meestal via de liesslagader naar binnen wordt gebracht, de vernauwing opzoeken om daar een ballonnetje op te blazen, waardoor het vat als het ware wordt ‘opengeperst’
| Hart- en vaatproblemen |
Double Dutch | gelijktijdig gebruik van pil en condoom | Anticonceptie |
DPP-4-remmers | stoffen die ervoor zorgen dat de incretines niet worden afgebroken | Diabetes en nu |
Draagcomfort | De mate waarin iets prettig en probleemloos 'zit'. | |
draagkracht | vermogen om lasten te dragen; de mentale, emotionele en lichamelijke belastbaarheid
| Premenstrueel syndroom (PMS) |
draaglast | subjectieve beleving van de mentale, emotionele en lichamelijke belasting | Premenstrueel syndroom (PMS) |
Dragee | Ronde tablet met suikerlaagje eromheen. Wordt vaak gebruikt voor medicijnen die een stof bevatten die een vieze smaak bezitten, teneinde deze te camoufleren. | |
Drager | Iemand die in zijn chromosomen een bij een bepaalde erfelijke ziekte passende afwijking heeft, zonder dat hij zelf ziek is, maar deze wel op zijn nageslacht kan overdragen. | Cholesterol |
Drain | Slang die aan het eind van een operatie in een operatiewond wordt achtergelaten om wondvocht en bloed af te voeren. | Kanker en chirurgie |
dramadriehoek | een door de Amerikaan Steve Karpman ontwikkeld concept waarbij mensen afwisselend de rol van Redder, Slachtoffer en Aanklager op zich nemen en daarmee steeds ofwel te veel ofwel te weinig verantwoordelijkheid op zich nemen | Persoonlijkheidsstoornis en nu |
drang | neiging, aandrift (zie ook dwang) | Dwangstoornissen |
Droge-poederinhalator | Inhalator waarin het medicijn in poedervorm is opgeslagen. | Astma |
Droomslaap | Vroeger veelgebruikte benaming voor de REM-slaap, omdat mensen, wanneer ze uit deze slaapfase worden gewekt, vrijwel altijd rapporteren dat ze aan het dromen waren; eigenlijk onjuiste benaming, omdat ook tijdens de andere slaapfasen dromen kunnen voorkome | |
Drop attack | Het plotseling voorover vallen, zonder dat er sprake is van bewustzijnsverlies. | Vaatlijden |
Druivensuiker | Glucose; het kleinst mogelijke koolhydraat. Circuleert in het bloed en heet daarom ook wel bloedsuiker. Glucose is van essentiëel belang voor het goed functioneren van de energievoorziening in het lichaam. | |
DSM | Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Het boek c.q. het classificatiesysteem op basis waarvan de diagnose bij psychiatrische ziektebeelden kan worden gesteld. Er bestaan verschillende edities van. DSM-5 is in 2013 uitgekomen | ADHD, Depressief en nu, Dwangstoornissen |
Dual Energy X-ray Absorptiometry | Nauwkeurige methode die o.a. gebruikt kan worden om de hoeveelheid lichaamsvet van een mens te meten. | |
Dubbelfocusbril | Bril met twee sterkten (bijvoorbeeld een bril of contactlens met een ingeslepen 'maantje' of twee sterkte-ringen), meestal bedoeld voor zowel dichtbij zien (lezen), als veraf zien. | |
Dubbelfocuslenzen | Contactlenzen met twee sterkten (bijvoorbeeld een bril of contactlens met een ingeslepen 'maantje' of twee sterkte-ringen), meestal bedoeld voor zowel dichtbij zien (lezen), als veraf zien. | |
Ductus thyroglossus | Weefselstreng, soms buisvormig, die ontstaat bij de embryo bij het afdalen van de schildklier vanuit de tongbasis, waar de schildklier oorspronkelijk begint te groeien. | Schildklierafwijkingen |
Dumping | Aan het Engels ontleende term ('storten') waarmee een zeer snelle maagontlediging in de richting van de darmen wordt aangeduid. | Maagklachten, Depressie |
Duodenum | Twaalfvingerige darm: het ongeveer 25 cm lange eerste deel van de dunne darm, dat begint bij de maaguitgang en waarin de uitvoergangen en de alvleesklier en de galblaas uitmonden. | Maagklachten |
Duplex | Onderzoek van de bloedvaten met geluidsgolven. | Vaatlijden |
Duplexscanner | Apparaat waarmee door middel van geluidsgolven organen binnen het lichaam op een beeldscherm zichtbaar gemaakt kunnen worden. Wordt ook gebruikt om tijdens de zwangerschap de vrucht te bekijken. | Vaatlijden |
DVT | diep-veneuze trombose
| Anticonceptie |
dwang | Gedrag dat iemand tegen zijn wil in vertoont, in tegenstelling tot gedrag uit vrije wil. Hierbij gaat het niet alleen om handelingen, maar ook om gedachten die iemand niet kan tegenhouden | Dwangstoornissen |
dwanggedachte | hardnekkig terugkerende gedachte, meestal onaangenaam of beangstigend van inhoud, die ongewild optreden en niet goed onderdrukt kunnen worden. Wordt ook obsessie genoemd | Dwangstoornissen |
dwanghandeling | herhaaldelijk verrichten van (meestal zinloze) ongewilde handelingen waartoe iemand zich gedwongen voelt, omdat niet toegeven aan die dwang leidt tot ondraaglijke spanning en angst (bijvoorbeeld tientallen malen per dag handenwassen) | Dwangstoornissen |
dwangmatig | gepaard gaand met dwang (dat wil zeggen, niet spontaan, niet uit vrije wil) | Dwangstoornissen |
dwangmatig karakter | karakter of persoonlijkheid waarbij dwang, een overheersende rol speelt, hetgeen zich ondermeer uit in perfectionisme, overmatige ordelijkheid, verzamelzucht en starheid (ten koste van spontaniteit, improvisatievermogen en vrije wil) | Dwangstoornissen |
dwangneurose | oude term voor dwangstoornis | Dwangstoornissen |
Dwangpatiënt | Patiënt die lijdt aan een vorm van dwangstoornis. | Dwangstoornissen |
Dwangstoornis | Het herhaald en storend optreden van ongewilde gedachten (zie dwanggedachten) en/of het verrichten van ongewilde handelingen (zie dwanghandelingen). De medische naam hiervoor is obsessief-compulsieve stoornis. | Dwangstoornissen |
dwangverschijnsel | verschijnsel dat voorkomt bij dwangstoornissen, zoals dwanghandeling en dwanggedachte | Dwangstoornissen |
Dwarslaesie | Een beschadiging van het ruggenmerg met doorsnijding van de ruggenmergzenuwen. | Erectieproblemen |
dwarslaesie | beschadiging van het ruggenmerg met doorsnijding van de ruggenmergzenuwen
| Plas- en erectieproblemen |
Dynamisch bereik | Het gehoorbereik van het oor, lopend tussen de zwakst nog hoorbare geluidssterkte en het luidste nog net niet als pijnlijk ervaren geluid van een bepaalde toonhoogte. | Eetstoornissen, Schizofrenie |
Dysartrie | Een spraakstoornis door problemen met het bewegen van de spieren van de mond, tong en keel, waardoor de spraak slecht verstaanbaar wordt. | Multiple Sclerose, Vaatlijden |
Dysbetalipoproteïnemie, familiaire | Erfelijke stoornis waarbij zowel hypercholesterolemie als hypertriglyceridemie kan voorkomen, doordat de chylomicronen en VLDL-deeltjes onvoldoende verwijderd worden. | |
Dyscalculie | ‘Rekenblindheid’, stoornis voornamelijk op het gebied van rekenen. | ADHD |
Dysfatische ontwikkeling | Ontwikkeling van spraak en taal. | ADHD |
dysforie | voortdurend aanwezige sombere stemming; het tegenovergestelde van euforie | Premenstrueel syndroom (PMS) |
Dyshormonogenese | Gestoorde hormoonaanmaak. | Schildklierafwijkingen |
Dyskinesie | Bewegingsstoornis waarbij abnormale en ongecontroleerde of onwillekeurige bewegingen optreden. Dit kan een bijwerking van bepaalde medicijnen zijn, of het gevolg zijn van een ziekte van het zenuwstelsel. | |
Dyslexie | Leesblindheid, stoornis in lezen en schrijven. | ADHD |
Dyslipidemie | Een verstoorde verhouding tussen de verschillende vetten (lipiden) in het bloed. | |
dysmenorroe | pijn onder in de buik tijdens de menstruatie | Endometriose, Anticonceptie |
Dyspareunie | Pijnlijke coitus. | Erectieproblemen, Endometriose |
dyspareunie | pijnlijke geslachtsdaad | Plas- en erectieproblemen |
Dyspepsie | Letterlijk: slechte vertering. Een verouderde, aan het Grieks ontleende term waarmee na een maaltijd optredende onaangename gevoelens in de bovenbuik (pijn, misselijkheid, vol gevoel, branderig gevoel, oprispingen) worden aangeduid en die overigens niets | Maagklachten |
dysplasie | onderontwikkeling van een bepaalde structuur of weefsel | Hypofyseziekten |
Dysplasie, fibromusculaire | Erfelijke afwijking met vernauwing in de slagaderen van de nieren. | |
Dysplastisch struma | Struma met sterk gestoorde en wisselende opbouw. | Schildklierafwijkingen |
Dyspnoe | Moeilijkheden met de ademhaling, waardoor benauwdheid optreedt. | |
Dyspraxie | Zie DCD. | ADHD |
Dyssynergia coli | Ander woord voor prikkelbare darm syndroom, een stoornis in de spierbewegingen in vooral de dikkedarm, waardoor klachten over een zeurende en/of krampende buikpijn ontstaan en de darmfunctie ontregeld raakt. Hierdoor ontstaat een afwijkend ontlastingspatr | |
dysthyme stoornis | vorm van depressie, waarbij ten minste gedurende twee jaar langdurige perioden van depressieve stemming bestaan | Depressie, Depressief en nu |
Dystonie | Onwillekeurige samentrekkingen van spieren (spiergroepen), waardoor rare bewegingen of abnormale houdingen optreden. Dystonie in het gelaat leidt tot grimassen, kaakkramp of slikproblemen. Ook kan een pijnlijke verkramping van spieren optreden, vooral tij | |