|
 |
Veelgestelde vragen
Wat is Diabetes?Diabetes houdt in dat het glucosegehalte (hoeveelheid glucose) in het bloed hoger is dan normaal. Die verhoging ontstaat als volgt. Alle voedingsstoffen die we dagelijks via onze voeding binnenkrijgen worden in het lichaam omgezet in brand- en bouwstoffen. Zo worden koolhydraten (een verzamelnaam voor zetmeel en suikers) in het lichaam omgezet in glucose. Via het bloed wordt de glucose vervolgens vervoerd naar verschillende lichaamsorganen, Daar wordt de glucose verbrand, en dat geeft het lichaam energie om goed te functioneren.
Glucose heeft insuline nodig
Glucose heeft insuline nodig om toegang te krijgen tot de verschillende lichaamsweefsels. Het orgaan dat verantwoordelijk is voor de aanmaak van insuline is de alvleesklier. Normaal gesproken maakt de alvleesklier precies voldoende insuline aan om de glucose binnen te laten. Bij mensen met diabetes maakt de alvleesklier echter geen of te weinig insuline aan of wordt de door het lichaam aangemaakte insuline niet goed opgenomen. Het gevolg is dat de glucose zijn werk niet kan doen en rond blijft zweven in het bloed. Het glucosegehalte in het bloed (de bloedglucose) is daardoor hoger dan normaal, dat veroorzaakt allerlei klachten, zoals dorst, veel moeten plassen enz.
Behandeling van diabetes
De behandeling is erop gericht om de hoogte van de bloedglucose weer zo veel mogelijk normaal te krijgen en te houden. Als dit lukt zullen de typische diabetesklachten vanzelf verdwijnen en valt er goed met diabetes te leven. De kunst is in wisselende omstandigheden de hoeveelheid toe te dienen insuline of de bloedglucoseverlagende tabletten, het benodigde aantal koolhydraten en de mate van lichaamsbeweging goed op elkaar af te stemmen. Een kwestie van ervaren, leren en proberen.
| Wanneer is de hoogte van de bloedglucose normaal? Ook bij mensen zonder diabetes wisselt de hoogte van de bloedglucose. Dat is heel normaal. De pieken en dalen mogen alleen niet te hoog en te laag zijn. Om een normaal leven te kunnen leiden en complicaties in een later stadium zoveel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat de hoogte van de bloedglucose tussen bepaalde grenzen blijft. Die grenzen worden uitgedrukt in mmol/l (= millimol per liter) waarmee de hoeveelheid glucose per liter bloed wordt aangegeven.
Bij mensen die geen diabetes hebben schommelt het bloedglucosegehalte zo tussen de 4 mmol/l en 8 mmol/l. Voor mensen met diabetes liggen die grenzen wat ruimer. Het is voor mensen met diabetes goed om de waarden tussen de 4 mmol/l en 10 mmol/l te houden. Met behulp van een bloedglucosemeter kan worden bekeken of de bloedglucose niet te hoog of te laag is. Overigens lukt het niet iedereen om de bloedglucose altijd binnen de grenzen te houden. Een enkele uitschieter is dan ook geen ramp. | Wat is het verschil tussen type 1 en 2? Bij mensen met diabetes type 1 produceert de alvleesklier (het orgaan dat verantwoordelijk is voor de aanmaak van insuline) geen insuline meer. Zij moeten dagelijks insuline spuiten om de bloedglucose op peil te houden. Deze vorm van diabetes ontstaat meestal voor het dertigste levensjaar. Bij mensen met diabetes type 2 maakt het lichaam soms nog wel insuline aan, alleen niet voldoende. Bij andere mensen met diabetes type 2 produceert de alvleesklier nog wel voldoende insuline, maar reageert het lichaam er niet goed op. Mensen met diabetes type 2 hoeven - in het begin - meestal geen insuline te spuiten. Zij zijn goed te behandelen met voedingsadviezen en tabletten. Diabetes type 2 komt vaker voor bij mensen die ouder zijn dan veertig jaar. | Aan welke verschijnselen herken je een hypo? We spreken over een hypo als de hoeveelheid glucose in het bloed te ver daalt. Klachten die wijzen op een hypo kunnen per persoon verschillen. De meest voorkomende klachten zijn:
* transpireren
* bleek zien
* hartkloppingen
* onduidelijk praten
* een hongerig gevoel
* gapen
* prikkelingen om de mond
* wazig zien
* hoofdpijn
* beven
* een trillerig, onzeker of slap gevoel
* stemmingsveranderingen (koppig, prikkelbaar, stuurs)
* erge honger
* koud hebben
* moeite met concentreren
* licht in het hoofd
In het algemeen geldt: ga rustig zitten, meet de bloedglucose, neem ongeveer 20 gram glucose (druivesuiker of dextrose) en meet na twintig minuten weer om te kijken of de bloedglucose op peil is. Als het nog lang duurt voordat je gaat eten neem dan wat extra koolhydraten om een volgende hypo te voorkomen. Als de bloedglucose na twintig minuten nog niet normaal is dan moet je opnieuw glucose nemen en na een kwartier weer controleren. Als het nog lang duurt voordat je gaat eten neem dan wat extra koolhydraten om een volgende hypo te voorkomen.
| Welke klachten wijzen op een hyper? Bij een hyper is de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog. Hierdoor kunnen de volgende klachten ontstaan:
* veel en vaak moeten plassen;
* dorst en een droge mond;
* vermoeidheid, slaperigheid;
* prikkelingen, tintelingen, doof gevoel door invloed op zenuwen;
* bij langdurig te hoge bloedglucose: hardnekkige infecties door verminderde werking van witte bloedcellen. Witte bloedcellen bevorderen de weerstand tegen ontstekingen.
Overleg voor de behandeling van een hyper met de arts. Test regelmatig de bloedglucose tot de hoogte van de bloedglucose weer normaal is.
Als de hyper uit de hand loopt
Als bij een hyper niet tijdig wordt ingegrepen kan het een heel enkele keer gebeuren dat iemand buiten bewustzijn raakt en een keto-acidose (alleen bij mensen met diabetes type 1) of een non-ketotisch coma krijgt.
Als de bloedglucose langdurig te hoog is
Als de bloedglucose langdurig te hoog is, vermindert de weerstand en kan iemand last krijgen van hardnekkige infecties. Ook kunnen er op den duur klachten optreden aan de ogen, nieren, handen en voeten en wordt de kans op hart- en vaatziekten groter. Een goede regulatie van de bloedglucose helpt het risico op dergelijke complicaties te verkleinen.
| Met welke medicijnen kun je diabetes behandelen? Mensen met diabetes type 1 en soms ook met type 2 gebruiken insuline. Insuline is een hormoon. De insuline die wordt gebruikt is humane insuline, precies dezelfde insuline die het lichaam zelf ook maakt. Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar. Mensen met diabetes type 2 gebruiken in de regel tabletten om de bloedglucose te verlagen. Vaak maakt de alvleesklier nog wel wat insuline aan, maar niet voldoende of wordt de door het lichaam aangemaakte insuline niet goed opgenomen. Er bestaan tabletten die ervoor zorgen dat de alvleesklier meer insuline gaat maken, tabletten die ervoor zorgen dat de glucose beter door het lichaam wordt opgenomen en tabletten die ervoor zorgen dat de glucose minder snel vanuit het voedsel in het bloed terecht komt. | Welke insulines zijn er? Er zijn meerdere soorten insuline om diabetes mee te behandelen:
* ultrakortwerkende insuline
* kortwerkende insuline
* middellang werkende insuline
* langwerkende insuline
* mengsels van kort- en middellang werkende insuline
Zoals de namen al doen vermoeden verschillen de soorten insuline van elkaar qua snelheid waarmee ze worden opgenomen door het lichaam en qua werkingstijd. Welke soort(en) insuline voor iemand het meest geschikt is verschilt per persoon en is ook afhankelijk van leefgewoontes. In overleg met de arts wordt een schema gemaakt waarin staat wanneer welke soort insuline moet worden toegediend. De bloedglucose wordt in die periode regelmatig gemeten en op basis van die resultaten wordt het schema zonodig aangepast, net zolang tot de hoogte van de bloedglucose in grote lijnen netjes binnen de grenzen blijft. We noemen dit 'instellen op de insuline'.
| Kun je met diabetes alle sporten beoefenen? De meeste vormen van sport gaan prima samen met diabetes. Het gaat erom af te tasten welk effect de lichamelijke inspanning heeft op de hoogte van de bloedglucose en hoe de hoeveelheid insuline (medicatie) en/of het voedingspatroon daarop moeten worden afgestemd. Het lichaam verbruikt immers meer energie tijdens het sporten, waardoor de bloedglucose daalt en blijft dalen tot vele uren na de inspanning. Hierdoor bestaat de kans op een hypo. Ook extreme warmte of kou, grote hoogte en diepte kunnen invloed hebben op de bloedglucose. Bij bepaalde sporten kan een hypo uiteraard leiden tot gevaarlijke situaties (denk aan bergbeklimmen, parachutespringen, surfen, diepzeeduiken, skiën, enz., enz.). Het is zo dat deze sporten vaak worden afgeraden voor mensen met diabetes. Als je toch besluit om deze sporten te gaan beoefenen is het wel verstandig om van tevoren goed de risico's in te schatten en te overleggen met de arts hoe de kans op een hypo zoveel mogelijk valt te beperken. Het is ook goed om te kijken hoe e.e.a. verzekeringstechnisch in elkaar zit. Stel dat er iets misgaat bij het uitoefenen van een meer risicovolle sport, dekt de verzekering dan de schade?
Nog enkele tips:
ga (om veiligheidsredenen) met anderen sporten in plaats van alleen;
vertel medesporters wat ze moeten doen in geval van een hypo;
neem altijd druivensuiker mee of een ander koolhydraatrijk snoepje of drankje;
stop met sporten als er klachten optreden die wijzen op een aankomende hypo en neem gauw wat druivensuiker;
meet voor en na het sporten (tot enkele uren na de lichamelijke inspanning) de bloedglucose.
| Mag je alcohol als je diabetes hebt? Alcohol en diabetes kunnen meestal goed samengaan. Wel is het zo dat alcohol de bloedglucose kan verlagen. Houd het aantal glazen daarom beperkt (maximaal twee tot drie glazen voor vrouwen en drie glazen voor mannen op een dag) en eet er iets bij dat koolhydraten bevat als de hoogte van de bloedglucose aan de lage kant is. Het is belangrijk goed op te letten wat voor invloed het drinken van alcohol op de hoogte van de bloedglucose heeft, want het effect is vaak pas uren later merkbaar. Zo kan iemand 's morgens een hypo krijgen, omdat hij of zij de avond ervoor alcohol heeft gedronken. Uit ervaring moet men leren hoe het eetpatroon en de hoeveelheid insuline op het drinken van alcohol kunnen worden afgestemd. | Wat is een Keto-acidose en een non-ketonisch coma? Wanneer een hyper niet tijdig wordt behandeld kan iemand buiten bewustzijn raken en een 'keto-acidose' (verzuring) of een 'non-ketotisch' coma krijgen, wat gepaard gaat met ernstige klachten. Een keto-acidose komt vooral voor bij mensen met diabetes type 1 en een non-ketotisch coma bij mensen met diabetes type 2. Voordat de diabetesklachten ernstige vormen aannemen is er gelukkig nog genoeg tijd om in te grijpen en te voorkomen dat de hyper uit de hand loopt. Het is dus belangrijk om te weten welke verschijnselen aan een keto-acidose of non-ketotisch coma vooraf gaan. Wees alert bij:
* toenemende uitdrogingsverschijnselen
* zwart voor de ogen zien bij het opstaan (door lage bloeddruk)
* niet lekker voelen
* verlies van eetlust
* misselijkheid
* braken en buikpijn
* diep en zwaar ademhalen
* sufheid (kinderen worden vaak vervelend en raken snel geïrriteerd)
* buiten bewustzijn raken
Raadpleeg bij bovenstaande klachten (en bij twijfel) altijd een arts en blijf (als dat ook maar enigszins mogelijk is) drinken, testen, insuline spuiten of tabletten innemen.
| Hoe werkt een insulinepomp? Voor het insulinepompje wordt vaak gekozen als het niet lukt om de bloedglucose met een insulinepen goed te regelen. Ook zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden verkiezen nog wel eens een insulinepomp boven de insulinepen. Een insulinepompje draag je bij je. Via het pompje krijgt het lichaam voortdurend insuline toegediend. De insuline loopt via een buigzaam slangetje naar een naaldje in de buik (katheter). Een speciale pleister zorgt ervoor dat de naald blijft zitten. Met een knop kan op elk gewenst tijdstip extra insuline gegeven worden, bijvoorbeeld om de glucosepiek na de maaltijd op te vangen.
Voordelen van de insulinepomp
met een insulinepomp kun je de hoogte van de bloedglucose beter in de hand houden, omdat de insuline nauwkeuriger kan worden toegediend;
een aantal keren per dag injecteren is niet meer nodig;
meer bewegingsvrijheid (uitslapen, later of vroeger eten, meer of minder eten, met een pompje kan de insulinebehoefte eenvoudig worden aangepast).
Nadelen van de insulinepomp
er moet regelmatig getest worden;
er is een grotere kans op keto-acidose (coma door een langdurig en veel te hoge bloedglucose) als het pompje onverwachts stuk mocht gaan;
de plaats waar de naald in de huid zit kan geïrriteerd raken of infecteren;
je moet het pompje altijd bij je dragen (hoewel het wel mogelijk is om het een paar uur af te koppelen);
| Moet je een streng dieet volgen als je diabetes hebt? Wie diabetes heeft doet er goed aan gezond en regelmatig te eten. Voor mensen die dat niet gewend zijn kan het voedingsadvies overkomen als een "streng dieet". Eigenlijk zou het voor iedereen goed zijn die adviezen op te volgen, maar voor mensen met diabetes is het extra belangrijk. Wanneer er sprake is van overgewicht wordt aangeraden om te proberen minder te eten en meer te bewegen. Het lichaam wordt daardoor gevoeliger voor insuline.
Rekenen met koolhydraten
Bij iedere maaltijd krijgt het lichaam koolhydraten binnen. De koolhydraten worden daar omgezet in glucose. Krijgt iemand in korte tijd veel koolhydraten binnen dan is er ook meer insuline nodig om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid glucose in het bloed niet te hoog wordt. De diëtist leert mensen met diabetes te berekenen hoeveel koolhydraten een maaltijd bevat, zodat ze hun voeding en medicatie goed op elkaar kunnen afstemmen. Daarnaast legt de diëtist uit hoe je lekker, gevarieerd en gezond kunt eten.
Zelfcontrole
Door regelmatig de bloedglucose te controleren wordt duidelijk wat voor effect een bepaalde hoeveelheid koolhydraten heeft en hoe de hoeveelheid insuline daarop afgestemd moet worden. Wie eenmaal weet hoe dat werkt, hoeft zich eigenlijk niets te ontzeggen.
| Op welke plaatsen op het lichaam kun je spuiten? Los van welke plaats het meeste geschikt is om een bepaalde soort insuline toe te dienen is het aan te raden om steeds op een andere plek te prikken. Als de insuline steeds op dezelfde plaats wordt ingespoten vormt zich daar op den duur littekenweefsel. Dat littekenweefsel belemmert een gelijkmatige afgifte van de insuline in het bloed, waardoor de bloedglucose te laag of te hoog wordt. Globaal gelden de volgende spuitregels:
* spuit ultrakortwerkende en kortwerkende insuline in de buik (houd wel minimaal een handbreedte afstand tussen de spuitplaats en de navel) of in de bovenarm;
* voor middellang en langwerkende insuline zijn de bil of het been goede spuitplaatsen;
* spuit elke dag zoveel mogelijk op hetzelfde tijdstip op ongeveer dezelfde plaats, maar dus niet op precies dezelfde plaats;
* gemengde insuline kan bijvoorbeeld 's morgens in de buik en 's avonds in het been worden gespoten, andersom mag natuurlijk ook. Kies ook steeds een andere prikplaats.
| Hoe werkt een bloedglucosemeter? Een bloedglucosemeter werkt elektronisch. Prik aan de zijkant van je vinger met een bloedprikker. Daarna breng je de bloeddruppel op het teststrookje. De hoogte van de bloedglucose verschijnt vervolgens in cijfers op het display (afleesvenster). Met een bloedglucosemeter kun je nauwkeurig werken. Er zijn verschillende soorten bloedglucosemeters in de handel. Er zijn er waarbij de datum en de uitslagen van de tests (soms wel tot 100 uitslagen) kunnen worden opgeslagen. Bij sommige meters kun je de gegevens ook overzetten op de computer. Het is aan te raden om altijd een meter te gebruiken die TNO goedgekeurd is. Dat is een garantie dat de meter veilig en betrouwbaar is. Overleg over de keuze voor een bepaald soort bloedglucosemeter met de diabetesverpleegkundige, met de arts of met de DVN. Zij kunnen u precies vertellen hoe u aan een goede bloedglucosemeter komt. Mensen die tabletten gebruiken komen niet in aanmerking voor vergoeding van teststrips. | Waarom is het goed om regelmatig lichaamsbeweging te nemen? Regelmatig bewegen en sporten is goed voor iedereen. Het verbetert de algehele lichamelijke en geestelijke conditie. Voor mensen met diabetes is bewegen extra belangrijk, want beweging zorgt ervoor dat:
* de bloedglucose wordt verlaagd en de insuline kan beter zijn werk doen;
* er minder insuline nodig is om het lichaam goed te laten functioneren;
* de bloedsomloop wordt gestimuleerd, wat late complicaties kan helpen voorkomen;
* iemand op gewicht blijft.
Lichaamsbeweging hoeft geen topsport te zijn. Ontspannen wandelen, fietsen, zwemmen, bowlen of iets dergelijks is ook prima, als er maar regelmaat in zit. Het is beter om drie keer per dag gedurende tien minuten iets te doen, dan één keer per week twee uur achter elkaar. Houd bij extra beweging altijd de hoogte van de bloedglucose in de gaten, want wie meer beweegt verbruikt ook meer energie waardoor de bloedglucose daalt. De inname van koolhydraten moet hierop worden afgestemd om te voorkomen dat iemand tijdens of na de inspanning een hypo krijgt.
| Wat is zwangerschapsdiabetes? Deze vorm van diabetes komt overeen met diabetes type 2. zwangerschapdiabetes treedt op in de tweede helft van de zwangerschap. De zwangerschapshormonen hinderen de werking van insuline, waardoor de bloedglucosewaarde stijgt.
Zwangerschapsdiabetes gaat in het merendeel van de gevallen gewoon weer over nadat je kindje is geboren, maar er blijft een verhoogd risico op ontwikkeling van diabetes type 2 in de toekomst.
Oorzaak
Zwangerschapsdiabetes ontstaat onder invloed van de hormonen die tijdens je zwangerschap worden aangemaakt. Een aantal van deze hormonen remt de werking van het hormoon insuline. Je lichaam heeft insuline nodig om glucose, dat met je eten in je bloed terechtkomt, af te breken. Wanneer je lichaam niet in staat is om de glucose makkelijk op te nemen, omdat het niet genoeg insuline aanmaakt, heb je diabetes.
Tijdens een "normale" zwangerschap reageert je lichaam op de anti-insuline hormonen door meer insuline aan te maken. Als dat niet gebeurt, wordt het glucosegehalte in je bloed te hoog en heb je zwangerschapsdiabetes. Dit komt voor bij ongeveer 3 % van alle zwangerschappen.
Gevolgen
Wanneer zwangerschapsdiabetes niet wordt behandeld, kan dat zowel voor jezelf als voor je baby ernstige gevolgen hebben. Vooral in de eerste drie maanden van je zwangerschap kan het teveel aan glucose in je bloed ernstige schade toebrengen aan je kindje. Je baby maakt dan zelf namelijk nog geen insuline aan en kan het overschot aan glucose dat hij via de moederkoek binnenkrijgt niet afbreken.
Als je baby tijdens de eerste maanden te veel glucose krijgt, kunnen er ernstige afwijkingen ontstaan aan de organen die in deze fase van de zwangerschap worden gevormd, zoals het hart, de hersenen en het ruggenmerg. In reactie op de hoge concentratie van glucose in je bloed, kan het lichaam te veel vruchtwater gaan aanmaken. Hierdoor raakt je baarmoeder overbelast en kan het zijn dat de weeën eerder beginnen en je baby te vroeg wordt geboren.
Omdat je baby een grote hoeveelheid glucose binnenkrijgt, zal hij zelf extra insuline gaan produceren. De insuline zorgt ervoor dat de glucose in zijn lichaam wordt omgezet in vet. Dit vet wordt opgeslagen in de weefsels van je kindje. Daardoor groeit je kindje te snel en wordt het te zwaar. Dit heeft weer tot gevolg dat de bevalling aanzienlijk langer duurt en de kans op een keizersnede (omdat de baby te groot is) groter wordt.
Een te hoge bloedglucose-spiegel tijdens de zwangerschap zorgt bovendien voor een verhoogde kans op infecties. Deze ontstaan meestal aan de nieren, de blaas, de baarmoederhals en in de baarmoeder zelf.
Symptomen
Tijdens elke zwangerschapscontrole onderzoekt de verloskundige je urine. Daarbij wordt ook gekeken of er glucose in je urine aanwezig is. Dit kan namelijk duiden op zwangerschapsdiabetes. Er is nog een aantal symptomen dat aangeeft dat je zwangerschapsdiabetes zou kunnen hebben. Je verloskundige zal je waarschijnlijk laten onderzoeken op de aandoening wanneer:
* je een grote hoeveelheid vruchtwater hebt
* je baby erg groot is in verhouding tot de duur van je zwangerschap
* je vorige kind zwaarder was dan acht pond
* je ouder bent dan 35 jaar
* er suikerziekte voorkomt in je familie
* je eerder een miskraam hebt gehad.
Onderzoek
Als je verloskundige vermoedt dat je zwangerschapsdiabetes hebt, moet je een glucose-tolerantietest (GTT) doen. Daarvoor moet je naar het ziekenhuis. Tijdens de test moet je een suikerdrankje drinken. Daarna wordt je bloed een aantal keren gecontroleerd. Op basis van het bloedsuikergehalte wordt vervolgens vastgesteld of je zwangerschapsdiabetes hebt.
Behandeling
Om zwangerschapsdiabetes te behandelen, krijg je meestal een dieet voorgeschreven. In plaats van drie relatief grote maaltijden per dag, zul je verspreid over de hele dag een aantal kleinere maaltijden moeten nemen. Daarbij staat vast hoeveel koolhydraten je binnen mag krijgen. Koolhydraten zitten onder meer in brood, aardappelen en in voedingsmiddelen die suiker bevatten.
Vaak is een dieet genoeg om te voorkomen dat de aandoening zich verder ontwikkelt en jij of je baby schade oplopen. In dit geval blijft je bloedsuikerspiegel dankzij het dieet op een normaal niveau. Het gebeurt echter ook wel eens dat een dieet alleen niet voldoende is om de suikerziekte onder controle te houden. Wanneer dat zo is, zul je tijdens je zwangerschap extra insuline toegediend krijgen.
Percentages
Zwangerschapssuiker komt voor bij ongeveer 3% van alle zwangere vrouwen.
De kans dat de zwangerschapssuiker tijdens een volgende zwangerschap terugkeert, is ongeveer 90 %. Wanneer de aandoening tijdens de zwangerschap echter op tijd ontdekt is, is hij goed behandelbaar.
| Heb je met diabetes meer kans op hart en vaatziekten? Mensen met diabetes kunnen eerder last krijgen van aderverkalking (dat is het dikker worden van de wand van de slagaders) en aderverkalking werkt het ontstaan van hart- en vaatziekten in de hand. Met een goede regulatie van de bloedglucose, een gezonde levensstijl (veel bewegen, niet roken, geen overgewicht, goede voeding) en een regelmatige controle van de bloeddruk en het cholesterol kan de kans op hart- en vaatziekten aanzienlijk worden terug gebracht. | Hoe en waarom kun je last krijgen van je voeten? Voetklachten kunnen optreden als door diabetes de slagaderen zijn vernauwd en de zenuwen zijn aangetast. Het begint vaak met op het eerste oog onbeduidende klachten als eeltplekken, blaren, likdoorns en koude voeten. Er kunnen wondjes ontstaan die, als de zenuwen in de voet zijn aangetast, niet tijdig worden opgemerkt. Zo'n wondje gaat dan ontsteken wat er in het ergste geval toe kan leiden dat het bot in de voeten wordt aangetast en ernstige complicaties ontstaan. Een goede regulatie van de bloedglucose, een gezonde levenswijze, een nauwkeurige verzorging van de voeten en een alerte houding ten opzichte van kleine veranderingen en wondjes kunnen problemen helpen voorkomen. | Kun je door diabetes seksuele problemen krijgen? De meeste mensen met diabetes hebben een normaal seksleven, maar er kunnen wel problemen ontstaan, zoals minder behoefte aan seks, erectieproblemen, een droge vagina, hypo's tijdens het vrijen of een infectie van de geslachtsorganen.
Minder behoefte aan seks
Als de bloedglucose te hoog is, neemt de behoefte aan seks af. Als de bloedglucose weer normaal is verdwijnen de klachten meestal weer. Ook moeheid door een slechte regulatie kan er de oorzaak van zijn dat iemand tijdelijk minder zin heeft in seks. Meestal heeft de verminderde behoefte aan seks echter te maken met gevoelens van schaamte, onzekerheid en angst. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld bang dat ze tijdens het vrijen een hypo krijgen of vinden hun lichaam niet meer mooi. Erover praten met de partner of een deskundige kan in zo'n geval een oplossing bieden.
Erectieproblemen
Iemand kan -tijdelijk- impotent worden door een slechte regulatie van de bloedglucose, een griep of hoge bloeddruk. Late-diabetes complicaties kunnen er eveneens voor zorgen dat het niet lukt om een erectie te krijgen of te houden.
Een droge vagina
Als de bloedglucose teveel en te vaak ontregeld is, kunnen vrouwen met diabetes last krijgen van een droge vagina, waardoor de geslachtsgemeenschap pijnlijk kan zijn. Mocht het aanpassen van de behandeling geen of onvoldoende soelaas bieden dan is het aan te raden een glijmiddel te gebruiken.
Een hypo tijdens het vrijen
Door het vrijen kan de bloedglucose te laag worden waardoor iemand een hypo krijgt. Dit is eenvoudig te voorkomen door vooraf iets te eten of wat minder insuline te gebruiken.
Infectie van de geslachtsorganen
Als de bloedglucose te hoog is, kunnen zowel mannen als vrouwen last krijgen van 'witte vloed', veroorzaakt door een schimmel 'candida'. Met medicijnen kan de infectie worden verholpen. Tevens is het aan te raden de bloedglucose beter onder controle te krijgen om herhaling te voorkomen.
Blijven de problemen, vraag dan om professionele hulp
Soms lukt het om seksuele problemen zelf op te lossen. Als dat niet lukt is het verstandig om de hulp in te roepen van de arts of diabetesverpleegkundige.
| Wat voor invloed heeft diabetes op het zenuwstelsel? Op den duur kan diabetes invloed uitoefenen op het zenuwstelsel. Welke klachten dit tot gevolg heeft hangt af van welke zenuwen aangetast worden. Zenuwen bevinden zich immers in het gehele lichaam. Klachten die kunnen voorkomen zijn:
* pijn in armen en benen (prikkelingen, branderig gevoel, krampen);
* gevoelloosheid in handen en voeten (het vervelende is dat kleine wondjes aan handen en voeten onopgemerkt kunnen blijven, waardoor ze niet op tijd behandeld worden en kunnen gaan ontsteken);
* problemen met de spijsvertering, zoals een 'vol' gevoel na het eten, het gevoel dat het eten niet goed zakt, langdurige diarree of verstopping;
* overgevoelige huid, waardoor kleding op de blote huid onaangenaam aanvoelt;
* droge huid;
* veel zweten;
* spierzwakte, waardoor bepaalde spieren minder goed gebruikt kunnen worden;
* problemen bij het plassen (slappe urinestraal, niet voelen wanneer je moet plassen);
* seksuele problemen (vrouwen kunnen last hebben van een droge vagina en mannen hebben soms moeite om een stijve penis te krijgen en te houden).
Deze problemen kunnen optreden, maar het hoeft niet. Met een goede regulatie van de bloedglucose en een gezonde levensstijl kunnen veel problemen worden voorkomen. Daarnaast is het belangrijk goed op lichaamssignalen te letten, zodat eventuele complicaties in een zo vroeg mogelijk stadium worden onderkend en behandeld. Ga daarom met vage klachten -zonder een duidelijke oorzaak - altijd zo spoedig mogelijk naar de arts.
| Wat zijn late diabetescomplicaties? Wie diabetes heeft kan op termijn te maken krijgen met de zogenaamde 'late-diabetes complicaties'. Dat zijn meer ernstige klachten aan bijvoorbeeld de ogen en hart en bloedvaten die kunnen ontstaan als er voortdurend te veel glucose in het bloed zit. Gelukkig zijn er steeds meer mensen met diabetes die door een goede regulatie van de bloedglucose en een gezonde levensstijl oud worden zonder last te krijgen van late diabetesklachten. De meest voorkomende complicaties van diabetes hebben te maken met
* de ogen
* de nieren
* het zenuwstelsel
* het hart- en de grote bloedvaten
* de voeten
* gewrichten
| Welke oogklachten kun je krijgen met diabetes? Naarmate iemand langer diabetes heeft kunnen problemen ontstaan met de ogen. Als gevolg van de diabetes kunnen er afwijkingen aan de kleine bloedvaatjes die het netvlies voeden ontstaan. Gelukkig kan met een goede regulatie van de hoogte van de bloedglucose en een gezonde levensstijl de kans op klachten sterk worden verkleind. Klachten die evenwel op kunnen treden zijn:
* minder scherp kunnen zien
* minder goed kleuren kunnen onderscheiden
* zien van 'vlokken, spinnenwebben of gordijnen'
* duidelijk slechter gaan zien
* nachtblindheid
* een waas voor de ogen zien
* plotselinge pijn
* de ogen minder goed kunnen bewegen
* plotselinge slechtziendheid of blindheid
Problemen met de ogen zijn vaak pas in een later stadium duidelijk merkbaar. Het is daarom verstandig de ogen ieder jaar te laten controleren. In de regel geldt dat mensen met diabetes type 1 vijf jaar na de diagnose voor de eerste controle naar de oogarts gaan en mensen met diabetes type 2 een half jaar na de diagnose. Laat ook de bloeddruk regelmatig controleren, want een hoge bloeddruk kan bestaande oogproblemen verergeren.
| Welke problemen kun je krijgen met je gewrichten? Problemen met gewrichten komen bij mensen met diabetes veel voor. Veel voorkomende klachten zijn:
* pijnlijke schouder
* beperkte heupbeweeglijkheid
* stijve handen
* beperkte beweeglijkheid van de voetgewrichten
* problemen met het bewegen van een vinger
* verhoogde voetdruk
* meer kans op het krijgen van diabetische voetzweren
* verdikte huid
Met een goede regulatie van de bloedglucose en een gezonde levensstijl kunnen veel problemen worden voorkomen. Bij een aantal klachten biedt een operatie een oplossing, kan fysiotherapie tijdelijke verlichting geven en wordt er in overleg met de arts medicatie voorgeschreven.
| Welke problemen kun je krijgen met je nieren? De nieren werken als een soort filter. Ze halen de afvalstoffen uit het bloed en zorgen er tegelijkertijd voor dat belangrijke voedingsstoffen als glucose in het lichaam blijven om daar hun werk te kunnen doen. Daarnaast spelen de nieren een rol bij het op peil houden van de bloeddruk. Naarmate iemand langer diabetes heeft kunnen de nieren slechter gaan functioneren. De meest voorkomende klachten die hierop wijzen zijn:
* vocht vasthouden door het lichaam
* jeuk
* bleek zien
* moeheid
Let wel, deze problemen kunnen optreden, maar het hoeft niet. Met een goede regulatie van de bloedglucose en een gezonde levensstijl kunnen veel problemen worden voorkomen. Daarnaast is het belangrijk de nieren regelmatig te laten controleren, omdat klachten pas merkbaar worden op het moment dat de nieren al behoorlijk achteruit zijn gegaan. Tevens is het aan te raden de bloeddruk in de gaten te houden en een paar keer per jaar voor bloeddrukcontrole naar de arts te gaan.
| Moet je bij een sollicitatie melden dat je diabetes hebt? Er is wettelijk vastgelegd dat er tijdens een sollicitatiegesprek geen vragen over de gezondheid van de sollicitant mogen worden gesteld. Mochten er toch vragen komen, dan hoeft u dus niet te antwoorden. De kans bestaat dan wel dat de toekomstige werkgever denkt dat er heel wat aan de hand is en daarom uit voorzorg maar liever een ander neemt. Het is vaak beter gewoon eerlijk antwoord te geven en te benadrukken dat mensen met diabetes doorgaans geen hoger ziekteverzuim hebben dan anderen. Een medische keuring is niet verplicht of het moet gaan om een baan die speciale eisen stelt. Banen die bijvoorbeeld niet geschikt zijn voor mensen met diabetes zijn sommige functies bij de politie, de brandweer of het leger. Ook een baan als piloot, bemanningslid op de grote vaart of als bus- of vrachtwagenchauffeur kan onverantwoorde risico's met zich meebrengen. De kans dat u uzelf en anderen in gevaar brengt als u onverwacht een hypo of hyper krijgt, is namelijk te groot.
Voor meer informatie over sollicitatieprocedures, ziekteverzuin, ontslag, uitkeringen, enz. kunt u even opbellen naar de Diabeteslijn van DVN, tel.: 033 - 463 05 66, 's nachts alleen in noodgevallen.
De Diabeteslijn is ook bereikbaar per e-mail, stuur uw vraag naar info@dvn.nl.
| Geeft diabetes problemen bij het verlengen van het rijbewijs? Iedereen die een rijbewijs wil krijgen, moet eerst door het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen) 'rijgeschikt' worden verklaard. Het CBR verklaart dan dat iemand lichamelijk en geestelijk in staat is om auto te rijden.
Een verklaring van geschiktheid kan worden aangevraagd met een formulier van tien vragen over uw gezondheid en functioneren. Dit formulier heet de 'Eigen Verklaring'. Sommige vragen van de Eigen Verklaring gaan over diabetes. U moet deze naar waarheid invullen, anders hebt u in geval van een ongeluk naar de verzekering toe geen poot om op te staan en krijgt u niets vergoed. Zelfs als het uw schuld niet is. Op de Eigen Verklaring moet een arts aangeven dat u goed bent ingesteld.
Als u het rijbewijs gaat verlengen en u hebt in de tussentijd diabetes gekregen, bent u niet verplicht om bij het CBR te melden dat u diabetes hebt. Verzekeringstechnisch kunnen echter problemen ontstaan.
Mensen met diabetes krijgen (als ze een melding bij het CBR hebben gedaan) een rijbewijs voor maximaal tien jaar. Wie het rijbewijs wil laten verlengen, dient een medische keuring te ondergaan; als aan de eisen wordt voldaan, kunt u ook in dit geval sinds kort een rijbewijs voor 10 jaar te krijgen.
Voor meer informatie hierover kunt u even opbellen naar de Diabeteslijn van DVN, tel.: 033 - 463 05 66, 's nachts alleen in noodgevallen. De Diabeteslijn is ook bereikbaar per e-mail, stuur uw vraag naar info@dvn.nl.
| Levert diabetes problemen op bij de financiering van het huis? Iemand met diabetes kan problemen krijgen bij de financiering van een koopwoning of het afsluiten van een levensverzekering. Mensen met diabetes kunnen premieverhogingen krijgen die per verzekeringsmaatschappij onderling zeer verschillen.
Voor informatie en een objectief advies kunt u terecht bij de Diabeteslijn van de DVN, tel.: 033 - 463 05 66, 's nachts alleen in noodgevallen.
U kunt uw vraag 24 uur per dag stellen door middel van een e-mail naar info@dvn.nl.
| Levert diabetes problemen op bij het afsluiten van een particuliere ziektekostenverzekering?Het hebben van diabetes heeft wel wat haken en ogen bij het afsluiten van een particuliere ziektekostenverzekering. Een verzekeraar kan bijvoorbeeld iemand weigeren omdat hij of zij diabetes heeft. Een particuliere ziektekostenverzekeraar is verplicht om iemand met diabetes een standaardpakket polis aan te bieden. Je kunt de dekking van dit pakket vergelijken met een ziekenfondsdekking. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u even opbellen naar de Diabeteslijn van DVN, tel.: 033 - 463 05 66, 's nachts alleen in noodgevallen. De Diabeteslijn is ook bereikbaar per e-mail, stuur uw vraag naar info@dvn.nl. | Waar moet je aan denken als je op vakantie gaat? Op vakantie gaan vergt wat extra voorbereidingen. Voor wie alleen reist is het verstandig om een identiteitskaart mee te nemen waarop de belangrijkste medische gegevens staan vermeld. In geval van nood kunnen anderen dan zien dat het om iemand met diabetes gaat en welke medicijnen hij of zij moet hebben. Denk verder aan:
* recept voor de benodigde medicijnen en een doktersverklaring (het liefst in het Engels of een diabetespas die je gratis bij de apotheek kan halen) met alle medische gegevens. Dit laatste ondermeer om te voorkomen dat de douane moeilijk gaat doen als ze insuline en injectiemateriaal of tabletten in de bagage aantreft;
* twee diabetessetjes met alle benodigdheden, zoals insuline of tabletten, injectiemateriaal, druivensuiker, materiaal voor zelfcontrole, enz., enz. Verdeel de twee setjes over de hand- en overige bagage. Draag bij de wintersport de insuline op het lichaam om bevriezing te voorkomen;
de houdbaarheid van de insuline. Er zijn verschillende soorten koeltasjes in de handel waarin je je insuline kan koelhouden;
* een reisverzekering
* extra medicijnen of insuline.
* eventuele vaccinaties
* telefoonnummer van de eigen arts en van de Diabeteslijn van de DVN, deze is 24 uur per dag bereikbaar voor noodgevallen en andere moeilijke problemen. Het nummer is vanuit het buitenland (00 31) 33 - 463 05 66;
extra alert te zijn op schommelingen van de bloedglucose door een ander leefritme en eetpatroon.
* laat bij tijdsverschil (meer dan een uur) je arts of je diabetesverpleegkundige een insulineschema opstellen zodat je weet hoe je het tijdsverschil met de insuline moet regelen.
| Wat doe je als moslim met diabetes tijdens de ramadan? Voor mensen met diabetes is het belangrijk dat ze regelmatig eten en op tijd hun medicijnen innemen. Tijdens de ramadan kan dat problemen geven. Overleg, voordat de ramadan begint, met uw arts wat voor u de beste oplossing is. In ieder geval moet u tijdens de ramadan nooit met uw medicijnen stoppen zonder overleg met uw arts. Vaak is het wel mogelijk de medicijnen aan te passen aan de vastentijden. Ook dit moet dan onder begeleiding van de arts gebeuren. Ook kan u arts u afraden om aan de ramadan mee te doen. Dan kunt u met de imam overleggen hoe u op een andere manier uw plichten kunt vervullen. | Welke maatregelingen moet je nemen als je voor een langere tijd naar land van herkomst bijvoorbeeld Marokko of Turkije gaat? Indien u een aantal maanden verblijft in uw land van herkomst, is het van belang dat uw diabetes ook daar gecontroleerd wordt. Een goed ingevuld medisch paspoort is dan van belang. Het liefst ook vertaald in de taal van het land zelf. Vraag uw arts of diabetesverpleegkundige hierom voordat u op reis gaat. | Waarom is het verstandig om ieder jaar naar de huisarts te gaan voor een griepprik? Tijdens de griep (influenza) kan uw diabetes ernstig ontregelen. U kunt hierdoor bijvoorbeeld hypoglykemieen krijgen. Vandaar dat het advies is dat u ieder jaar de griepprik haalt bij uw huisarts. Met griep wordt niet een gewone verkoudheid bedoeld. | Wat kan de Diabetes Vereniging Nederland (DVN) voor mij betekenen? De DVN (Diabetesvereniging Nederland) behartigt de belangen van alle mensen met diabetes en ondersteunt hen in hun streven een normaal en actief leven te leiden. Daarom organiseert de DVN onder andere schriftelijke en mondelinge cursussen, gespreksavonden en symposia. |
|
 |
Diabetes en nu?
Auteur(s) |
: Dr. Jan Willem Elte, dr. Lioe-Ting Dijkhorst |
Prijs |
: € 16,95 |
ISBN |
: 9789491549779 |
|